Koorddansers
|
koorddansers, touw,papier, 2013 |
acrobaat zn. ‘koorddanser, kunstenmaker’
Nnl. acrobaten (mv.) “koordedansers, in de schouwspelen der
ouden” [1824; Weiland].
Rechtstreeks ontleend aan
het Frans of via Duits Akrobat, dat in de 19e eeuw ontleend is aan Frans acrobate ‘koorddanser’ [1751; Rey],
overgenomen van Grieks akróbatos ‘id.’, letterlijk ‘op de tenen lopend’,
afleiding van akrobateĩn ‘op de tenen lopen’, gevormd uit akrós ‘hoogste deel, spits’ en -bateĩn
‘gaan’ (verwant met → komen).
Koorddansen is het balanceren op een strakgespannen kabel. Men kan hier
zowel overheen lopen als acrobatische toeren uithalen, zoals een spagaat,
koprol of salto.
Een beginnend koorddanser leert eerst naar de overkant lopen op een laag
koord.
Koorddanser
Deze kunst is de moeilijkst
de beoefenaar is zonder vangnet.
Vlecht je verstand
tot een koord van bijtende woorden en
dan ga je.
Steek de diepe kloof van het universum over
richting jezelf
of een ander.
Als je anderen kan overhalen
om met je mee te lopen
dan ben je de ware circus artiest.