dinsdag 28 mei 2013

Koorddansers



Koorddansers
 

koorddansers, touw,papier, 2013
acrobaat zn. ‘koorddanser, kunstenmaker’Nnl. acrobaten (mv.) “koordedansers, in de schouwspelen der ouden” [1824; Weiland].Rechtstreeks ontleend aan het Frans of via Duits Akrobat, dat in de 19e eeuw ontleend is aan Frans acrobate ‘koorddanser’ [1751; Rey], overgenomen van Grieks akróbatos ‘id.’, letterlijk ‘op de tenen lopend’, afleiding van akrobateĩn ‘op de tenen lopen’, gevormd uit akrós ‘hoogste deel, spits’ en -bateĩn ‘gaan’ (verwant met komen).

Koorddansen is het balanceren op een strakgespannen kabel. Men kan hier zowel overheen lopen als acrobatische toeren uithalen, zoals een spagaat, koprol of salto.
Een beginnend koorddanser leert eerst naar de overkant lopen op een laag koord.

 Koorddanser
Deze kunst is de moeilijkst
de beoefenaar is zonder vangnet.
 Vlecht je verstand
tot een koord van bijtende woorden en
dan ga je.
Steek de diepe kloof van het universum over
richting jezelf
of een ander.
 Als je anderen kan overhalen
om met je mee te lopen
dan ben je de ware circus artiest.

kwal


kwal, glas,slakkenhuisjes,lijm, 2013

Lijmen


Ik had drie beestjes,
drie beestjes van steen
Een vogeltje
Een veulentje
Een varkentje.

Ze zijn gevallen 
Ze braken stuk
Ik heb ze gelijmd
't is bijna gelukt.

Ik heb drie beestjes,
drie beestjes van steen 
Een volentje
Een veukentje 
Een vargeltje.


Joke van Leeuwen
 Uit: Ozo heppie en andere versjesAmsterdam: Querido, 2000

het aquarium


 het aquarium

In deze aquarium bak zit een roze wezen dat voor altijd in dezelfde toestand zal verkeren. Het zweeft gewichtsloos is het water en zal nooit boven komen, als wel de bodem raken. De toestand blijft constant, stabiel, veilig. Iets wat in het water niet vaak voorkomt daar water behoorlijk onbetrouwbaar is. Dit aquarium blijft gesloten en zwijgzaam.
het aquarium, glas,vloeistof,vilt,diamanten, 2013

Peter de Grote


 De arm van Tsaar peter de Grote
de arm van Tsaar Peter de Grote, (oorspronkelijk van het stekelvarkentje dat wilde knuffelen) gips,acryl,kralen 2013


Peter de grote was naast tsaar van Rusland ook een rasechte verzamelaar. Ten eerste verzamelde hij verzamelingen van anderen (dat scheelde waarschijnlijk tijd). Zo kocht hij de hele collectie van de anatoom en botanicus Frederik Ruysch met onder andere een groot aantal anatomische preparaten en delen van de verzameling van Albertus Seba. In die collectie zaten echte rariteiten, dieren op sterk water en allerlei opgespelde insecten. Maar daar bleef het niet bij. Peter de Grote verzamelde ook kennis. Niet enkel over het bouwen van schepen maar ook anatomie stond op het verlanglijstje van de tsaar.

Frederik Ruysch leerde de tsaar tanden trekken. Dit beviel de heerser dusdanig goed dat hij er z’n hobby van maakte. Gewapend met het benodigde materiaal keerde hij huiswaarts. Als zelfbenoemde tandentrekker trok hij persoonlijk bij vele onderdanen en vijanden al dan niet vrijwillig een klein ivoren aandenken uit de mond. In zijn werkzame leven zaten ze in een zakje, wat hij vaak bij zich droeg als proeve van zijn “kunde”. Hij was geobsedeerd door het tandartsen vak en voerde dan ook regelmatig en schijnbaar zeer ad random “gebitscontroles” uit bij de medewerkers van zijn hofhouding en onder de manschappen van zijn leger. Werd er een verdachte tand gesignaleerd dan was Peter niet te groot om de tand er eigenhandig uit te rukken. Hij schijnt daarbij vaak zijn eigen kracht niet goed ingeschat te hebben waardoor er bij de “medische zorg” ook delen van tandvlees en kaak verloren gingen. Niemand durfde echter Peter de grote de gratis gebitsbehandeling te weigeren. Dit had grote gevolgen. Want, niet iedereen kon altijd tegen de pijn, en er was een bediende die op een zekere dag de halve arm van de Tsaar afbeet. De Tsaar was echter zo'n verzamelaar dat hij ook zijn eigen arm jarenlang op sterk water bewaarde, in een van zijn anatomische rariteitenkasten. 

Poort der Fantasten



Poort der Fantasten, gips,glitter,2013

De Poort der Fantasten


Een poort is een opening die toegang geeft tot een ruimte omgeven door muren of een hek. Poorten kunnen gebruikt worden om te controleren wie er in en uit gaan. Een poort kan ook een puur decoratieve of symbolische functie hebben. Een poort is een doorgang. Een afsluiting tegelijkertijd het begin van iets nieuws. Een poort heeft twee zijden. Die je al kent, en een zijde die nog ontdekt moet worden. Fantasten hoeven niet perse door de poort heen te stappen, om iets nieuws te vinden.


Een fantast is iemand die het denken 'flexibel' maakt. Er worden door fantasten sneller 'bepaalde verbindingen in de hersenen' (creativiteit) gemaakt. Het wordt er dan bijvoorbeeld leuker of mooier door. Kinderen zijn vaak fantasten, wat ze op latere leeftijd weer van pas komt.



maandag 27 mei 2013

de Weenhoorn

De Weenhoorn: half walrus, half eenhoorn.

de Weenhoorn, hout,metaal,stof,papier, 2013

Namen Frans: narval Spaans: narval Duits: Narwal Engels: narwhal; unicorn whale; narwhale 

De rariteitenkamer bezat een voorwerp met een heilzame werking: de hoorn van een eenhoorn. Deze wonderhoorn was volgens de traditie een medicijn tegen zeer uiteenlopende kwalen en een krachtig antigif en gifdetector.
In werkelijkheid is de eenhoorn-hoorn de stoottand van de narwal, een walvisachtige die voorkomt in de Arctische wateren. De narwal of zee-eenhoorn (Monodon monoceros) is een Arctische tandwalvis die ongeveer 4 tot 5 meter lang wordt, waarbij de slagtand niet is meegerekend. Bij ongeveer een op de 500 mannetjes komen twee slagtanden voor; bij hen groeien allebei de tanden door. Bij hoge uitzondering spoelden losse stoottanden aan op de Europese stranden. Tot hun voornaamste natuurlijke vijanden behoren de ijsbeer, de orka en zelfs de walrus.
In de Middeleeuwen werden ze beschouwd als afkomstig van de legendarische eenhoorn. Pas in het begin van de zeventiende eeuw, toen steeds meer Europeanen zich in de noordelijke poolzeeën waagden, zagen schippers met hun eigen ogen dat deze hoorns eigenlijk narwaltanden waren. Verzamelaars en eigenaars van rariteiten-kabinetten wilden nu niet langer losse hoorns, maar hoorns met de schedel eraan vast, zodat ze konden zien of het een eenhoorn dan wel een narwal betrof. In de loop van de zeventiende en achttiende eeuw werd duidelijk dat alle hoorns afkomstig waren van narwallen.
Met het uitsterven van de mythe van de eenhoorn, groeide de mythe van de slagtand van de narwal. Ontdekkingsreizigers stelden dat de slagtand gaten in dik ijs kon prikken en dat mannetjesnarwals deze tand voor een zwaardgevecht om de macht gebruikten. In 1870 vertelde Jules Verne hoe een narwal schepen doorboorde. "Hij boort net zo makkelijk door een scheepshuid als een boor door een houten ton".

Een Weenhoorn is half walrus, half eenhoorn. Ze heeft het logge lichaam van een walrus, maar de lichtheid en souplesse is ongeëvenaard. Ze wegen als volwassene zo’ n 30 kilo en worden ongeveer 90 jaar oud. Weenhoorns zijn altijd vrouwelijk en waar er naar schatting 25.000 tot 45.000 narwals zijn, zijn er enkel een tiental Weenhoorns in de Arctische wateren te vinden.
Een Weenhoorn is niet in staat te paren, ze leeft dan ook in ballingschap. Een Weenhoorn wordt namelijk enkel geboren uit een narwal en zijn vijand: de walrus. Dat deze twee paren, is enkel te verklaren uit het feit dat er ook narwals en walrussen bestaan die blind zijn.
De Weenhoorn is een krachtig beest desalniettemin eenzaam. Hier heeft ze waarschijnlijk haar naam aan te danken.

                                     Huilen (ook wel grienen, janken, schreien of wenen genoemd).